Een slang is een reptiel die wereldwijd verspreid leefd. Zoals alle andere reptielen is de slang koudbloedig. De wetenschappelijke naam voor een slang is serpentes. Dat is afgeleid van het woord serpent, wat verachtelijk betekent.

Er zijn ongeveer 3150 soorten slangen, 15 % daarvan is giftig, dat zijn gifslangen, de andere 85 % wurgt zijn prooi, dat zijn wurgslangen. Meestal zijn wurgslangen groter dan gifslangen, omdat wurgslangen hun prooi moeten klemmen en dooddrukken en gifslangen kunnen met enkel hun gif hun prooi doden. Neem nou de anaconda en de netpython. Dat zijn wurgslangen van 10 meter lang. De grootste gifslang is de koningscobra van 5 meter lang.

Vroeger waren slangen veel groter, de grootste in die tijd (70 miljoen jaar geleden) was de titanoboa. Hij kon wel 14 meter lang worden, 90 cm dik en 1300 kilogram wegen, dat is even zwaar als de zeekrokodil, het grootste reptiel dat nu leeft.